FORENSEN.
XII.
Het huis met de Zonneklok – Het likeurgebruik vroeger en nu.
P.J.A Chrispijn Kranten artikel
Een der villa’s aan de Brediusweg heeft altijd veel bekijks, daar de voorbijgangers niet goed wijs kunnen worden uit een klok, die maar één wijzer heeft. Voor hen, die uit deze wijzer wijzer willen worden , zij medegedeeld, dat het een zonneklok is. De wijzer blijft altijd op de 12 staan. De schaduw van de zon vormt, zooals men bij opmerkzame beschouwing ziet, den andere wijzer en samen geven zij den zonnetijd aan. Velen kunnen dus nu de klok van nuttig gebruik maken; ze hebben slechts er voor te zorgen dat de zon aanwezig is en te bedenken, dat het gedurende den zomer een uur vroeger is dan de klok aangeeft.
Bussummers van de laatste kwarteeuw kennen allen “het huis van Chrispijn” en vele forensen kennen den heer Chrispijn, die bescheiden zijns weegs gaat, doch eenmaal in een gesprek gewikkeld, een helde oordeel en een reels van ervaringen ten beste kan geven.
“Ik kende Bussem en het Gooi al tien jaar voor ik er voor goed ging wonen.” Voor de kinderen had ik in ‘s-Gravenland, Laren Hilversum en Bussum gedurende de zes weken vacanties gehuurd. Toen ik in 1903 een mooi huis met tuin aan de Torenlaan kon krijgen, besloot ik me daar tevestigen. Ik heb er nooit spijt van gehad. Het was al direct erg gezellig. Als ik ’s middags van kantoor kwam, trof ik in de Rozenboom m’n clubje: een paar heeren van het stadhuis en van de school en nog eenige kennissen.
We speelden een partijtje biljart. Caramboleerde over drie banden, wat tot veel vroolijkheid aanleiding gaf! We tracteerden elkaar soms op een rondje halfjes voor tien personen, een bedrag van vijftig cents totaal. Nu gaat dat niet meer — alles is té duur geworden. In den trein hadden we ook een vast clubje, waarvan nu de meesten dood zijn of niet meer hier wonen.
Na een jaar of vijf liet ik door architect L. Boer1) dit huis bouwen. Het was het eerste huis aan den Brediusweg. Aan weerszijden was alles nog weiland. Ja, in dit huis zijn twee goede dingen tot stand gekomen, waaraan u me herinnert: de stichting van een kerkgebouw voor den Ned. Protestantenbond en de schoolwerktuinen. Het eerste zat zoo. Enkele vrienden, de heren Wijk, Reoko en Meewis, alle drie overleden, en de heeren Sisselaar, de Jong en ik,opperden het plan een eigen kerkgebouw te bouwen. Ter vergadering stelde de heer Fremery voor een commissie te benoemen en die commissie heeft in mijn huis zoolang vergaderd tot alle leden naar eigen kracht geld er voor gegeven hadden. De heer Kruisweg werd tot architecten de heer Van Norren tot bouwmeester benoemd. Van een dame, die nog in de omgeving woont, kregen we den grond2). Met de tuintjes is het zoo gegaan. In de oorlogsjaren3)toen het voedsel schaarser werd, werd door mij in de krant den raad gegeven om in alle tuinen te Bussum aardappels te pooten. In dit huis zijn toen eenige heren bij elkaar gekomen. Hierdoor zijn later de schooltuinen ontstaan, waarvan ook de heer Hondius nog steeds de leiding heeft4).
Ja, ja, ik ben nog steeds forens, maar ok maak het me nu een beetje makkelijker. Ik ga elken dag kwart voor 11 en kom om 4 uur terug. Vroeger was dat negen uur en terug om vijf, zes uur. Ja, vroeger waren er nog andere werktijden. Daar wil ik ook wel van vertellen. Eigenlijk houd ik niet van dat geschrijf in kranten, maar in de Forensenrubriek staat wel nuttige dingen. Bijvoorbeeld heb ik onlangs gelezen, dat de jongelui tegenwoordig niet zoo meer de gelegenheid hebben een kleine zaken tot groote ondernemingen te maken, vanwege en gebrek aan kapitaal. Ik heb zelf mijn zaak opgericht. Het is 50 jaar geleden met 15 Juni van dit jaar, dat ik in een keldertje van enkele meters in de Weteringdwarsstraat een Erlangerbier Bottelarij begon. Dat bier was toen nieuw en gewild. Het was heel donker Beijersch bier.Kort daarna verplaatste ik de zaak naar de Prinsengracht no. 397 — waar nog een depot is — allengs had ik daar zes onderstukken in gebruik en was met het oprichten van depots zelf een likeurstokerij begonnen. In 1890. is dat overgeplaatst naar de Rechtboomsloot 28, een groot fabriekgebouw van de vroegere brouwerij de Haan en Sleutels, met een grond-oppervlakte van circa 1400 M2. Daar zijn vijf verdiepingen alle in gebruik5).
Weet u niet hoe likeur gemaakt wordt? Dat is anders erg eenvoudig. Het is een mooi vak en om fijne likeur te maken ,zit er kunst in. B.v. men doet een hoeveelheid anijszaad met brandewijn in de distilleerketel brengt dit tot koken, de alcohol is lichter en gaat het eerst uit de ketel. die stoom wordt door een koelvat afgekoeld en komt dan in een ontvanger. Daarna wordt er suiker bijgevoegd en heeft men Anisette. Het is eenvoudig. Maar het distilleren is een kunst met vele geheime recepten. Door de hooge belasting ƒ 6.60 per liter is van 100% alcohol is het likeurverbruik bijna nul geworden. Men kan thans zoete samoswijn of z.g. likeurwijn kopen voor ƒ 1.00 per flesch van goede kwaliteit, die 15 procent alcohol bevat, terwijl de goedkoopste likeur bijna ƒ 3,- per liter kost. Voor de likeurwijn wordt maar 24 cent accijns per liter betaald en voor likeur moet men voor het zelfde alcoholgehalte ƒ 1,0 betalen of 4 keer zoveel.
Daardoor lijdt ons land aanzienlijke schade en den likeurstokerijen worden het bestaan onmogelijk gemaakt. Wij verkochten vroeger duizenden liters van onze bekende Samuel Pickwick-punck. Thans wordt ook dit hoe langer hoe minder.
De regeering slaat de accijnzen op, maar laat de zoete wijn invoeren. Dat zal wel in verband staan met den invoer van boter, enz. naar wijnlanden Spanje,Griekenland (Frankrijk levert geen zoete wijn en de Rijn alleen rinse wijn), maar ondertussen is het een leelijke schade. Het is te begrijpen, dat menschen liever drie flesschen likeurwijn koopen voor denzelfden prijs dan een flesch likeur.
Maar ik heb persoonlijk niet te klagen. Ik heb goede jaren meegemaakt, dus kan ik nu de slechte verdragen. En bij mij gaat het nog goed; twintig filialen in Amsterdam en 200wijn depots n de provincie. Mijn zoon doet nu met twee kleinzoons de zaak. Ik kan gerust thuisblijven, maar ik ben erg gehecht aan de zaak en kom er dagelijks. Meer voor genoegen dan om te werken.
Om nu terug te komen, dat het in dezen tijd niet zoo gemakkelijk meer gaat om zelf een zaak op te richten. Ik redeneer zoo. Het is nog even makkelijk als vroege om patroon te worden. Maar dan moet men vóór het trouwen een spaarpot maken. En als men getouwd is moet de vrouw een winkel er bij beginnen, tot de winkel zich zoo uitbreidt, dat de man zijn betrekking kan laten varen en zich geheel aan de zaak wijden. Bij bijna alle ambachten kan een kleine winkel toepasselijk op het vak, dat de man uitoefen, geopend worden. B.v. ’n schoenmaker een winkeltje, een loodgieter een winkel van lampen, een smid een zaak in ijzerwaren enz.
Ja men kan alle standen niet met elkaar vergelijken, doch nu of vroeger bestaat dezelfde gelegenheid om zaken te doen. Er zijn echter slecht enkele jongelui die de lust hebben om zich in hun jeugd in te spannen. Dat is altijd wel zoo geweest, maar nu erger dan vroeger. En ik zeg: Hoe meer kleine patroons, hoe minder knechts; hoe meer nijvere middenstand, hoe beter toestanden. Maar de levenstoestand is gelukkig heel wat beter geworden.Denk maar aan de scholen voor iedereen, de ziekenhuizen, de krankzinnigengestichten, de bescherming van kinderen tegen fabrieksarbeid, de voogdij over kinderen en gezondheidskolonies, de ambachtsscholen, de armezorg, de gezonde en ruime woningen, de hoogere loonen, enz.
We volgen met belangstelling de climax. Wat zou nu volgen? Het vrouwenkiesrecht. De heer Chrispijn in een tevreden man.
M.
Rechts een foto van de zonnewijzer, Brediusweg 31 in Bussum. Zie deze woning in StreetView.
- Een der villa’s aan de Brediusweg heeft altijd veel bekijks, daar de voorbijgangers niet goed wijs kunnen worden uit een klok, die maar één wijzer heeft. Voor hen, die uit deze wijzer wijzer willen worden , zij medegedeeld, dat het een zonneklok is. De wijzer blijft altijd op de 12 staan. De schaduw van de zon vormt, zooals men bij opmerkzame beschouwing ziet, den andere wijzer en samen geven zij den zonnetijd aan.Velen kunnen dus nu de klok van nuttig gebruik maken; ze hebben slechts er voor te zorgen dat de zon aanwezig is en te bedenken, dat het gedurende den zomer een uur vroeger is dan de klok aangeeft.
- Bussummers van de laatste kwarteeuw kennen allen “het huis van Chrispijn” en vele forensen kennen den heer Chrispijn, die bescheiden zijns weegs gaat, doch eenmaal in een gesprek gewikkeld, een helde oordeel en een reels van ervaringen ten beste kan geven.
Bron: Larender Courant De BEL 24-08-1928, artikel Chrispijn Forensen.
Gouden jubileum vierende Likeurstokerij en Wijn handel P.J.A. Chrispijn
]Er zijn van die eigennamen, die in Nederland zoodanig burger recht hebben verkregen, dat wanneer men ze zonder nadere aanduiding noemt, het kleinste jongetje u vertellen zal wat en wie er mede wordt bedoeld. In de meeste gevallen allen wat. De eigennaam is een soortnaam geworden: in veel gevallen is in zoo een oude en door het door haar geproduceerde product zoo populair geworden firma geen lij meer in leven, die inderdaad bij den Burgerlijken Stand met den desbetreffenden naam is ingeschreven. En is dit nog wel het geval, dan is het slechts nazaat: zoon of neef van den oprichter. Het Gouden jubileum van Chrispijn te Amsterdam biedt op dit gebied iets, iets, dat bijna een unicum genoemd kan worden: “P.J.A. Chrispyn” is niet meer een enigszins vage zwevende firma-aanduiding. maar een kloeke, krasse heer, die als we zijn geboorte-pas naspeuren oud genoemd zou kunnen worden. doch de jeugdiger, zakelijker en meer bij de pinken is dan menig jongeling. En die jeugdige P.J.A. Chrispijn is die persoon de stichter van de nu haar gouden jubileum vierende Likeurstokerij en Wijn handel. Wel wordt hij nu bij gestaan door zijn zoon den heer Paul F.J. Chrispijn, die vermoedelijk ook al zoo’n jong broekie niet meer is. maar de stichter zelf is nog altijd in de onderneming werkzaam. Zoo’n jubileum,bijna eenig , verdient te worden gememoreerd.
Het spreekt van zelf , dat de zaak Chrispijn in ’t klein werd begonnen. Dat was een halve eeuw geleden toen trusten en N.V.’s Barmats en werken met buitenlandsch nog niet in de mode waren, zoo de gewoonte. In 1878 begon de heer Chrispyn in een keldertje in de Weteringdwarsstraat de “Erlanger Bierbottelary”. ’t Kon noch bescheidener. noch typischer Amsterdamsch. want het was in de dagen , dat het leven in onze hoofdstad nog zoo goed. lekker goedkoop was. De heer Chrispijn bracht hier toen het Erlanger bier een donker soort Beiersch bier. dat hier hoog werd gewaardeerd. spoedig te klein werd. verhuisde ze zaak naar de Prinsengracht no. 397. Ook hier kwam men ruimte te kort. vooral nadat 7 jaar later (dus in 1885) de likeurstokerij werd opgericht. Er moest een onderstuk worden bijgehuurd en nog een en nog een, totdat ten leste, behalve het hoofdgebouw. zeven onderstukken in huur waren genomen op de Prinsengracht. En nog snakte men naar ruimte.

In 1890 kreeg de firma de eerste gelegenheid zich als grootbedrijf te vestigen: de in de geschiedenis van Amsterdam zoo-bekende bierbrouwerij “de Haan en Sleutels” aan de Rechtboomsloot bij de Nieuwmarkt werd naar een ander stadsdeel verplaatst en de gewezen mouterij, een complex van 1400 vierk. Meter werd van nu de fabriek en Hoofdkantoor van de jubilerende firma. In de oude zaak op de Prinsengracht 397 is nog altijd een depot gevestigd. In zijn geheel heeft de firma 18 eigen winkels in Amsterdam en 200 depots in Nederland, vooral in de Noordelijke provinciën.
Elke groote Nederlandsche likeurstokerij heeft haar specialiteit. dat is hier in de eerste plaats Samuel Pickwick Punch, een typisch Nederlandsche drank (hoewel van Engelsche origine) die hier nog precies wordt gemaakt volgens het recept. zooals het werd gebruikt in de dagen van Charles Dickens. bij wiens kleurrijke verhalen we in gedachten meesmulden. Dan volgt Magorum. waarvan ok weet, dat velen er een tramreisje voor over hebben om ze in een Chrispyn-winkel te halen. de Nassaubitter, een speciaal soort “Oranje”. die door ken- …(tekst niet leesbaar) … Advocaat waarbij net als een halve eeuw geleden alleen inlandsche eieren worden gebruikt en de oude Genever Maccaber Old Gin. die voor het aller beste op dit gebied niet onder doet.
Tempora mutantur et nos mutamur in illis (Tijden veranderen, en wij veranderen met hen). De distilleerderij en likeurhandel maakt in de laatste jaren een zware tijd door. Ze worden geknakt door de hooge accijnzen. Hoogstwaarschijnlijk zal daarin wel spoedig verbetering komen. Doch de heer Chrispijn heeft daarop niet gewacht. heeft rekening gehouden met bovenstaande spreuk. die men bovenstaande spreuk, die men buiten gewoon vrij zou kunnen vertalen met: “als het getij verloopt moet men de bakens verzetten” en heeft zich vooral op den zoeten wijnhandel toegelegd. Ook hierin bleef de leus: “Eerlijk in zaken”. Wanneer ze Samoswijn verkoopt dan is de het Samos en de inlandsche vruchtenwijnen, die zij daarnaast levert zijn zoo uitstekend van smaak, dat een leek er weinig verschil met echte Fransch merk in zal bespeuren. Maar op verschil in prijs is des te groter. Op deze wijze gaat de firma Chrispyn met volle energie de tweede halve eeuw van haar bestaan tegemoet.
Kranten artikel over het 50 jarig jubileum van het bedrijf. Bron: Kranten artikel uit “Het Centrum”, 7 augustus 1928 pagina 03. Zoeken op: jubileum chrispijn rechtboomsloot.
Over de Wijnkoperij, Bierbottelarij, Distilleerderij en Likeurstokerij van P.J.A. Chrispijn te Amsterdam. Anno 1878 (tot 1953).